Bron: Solar Magazine
De werkgroep onder leiding van Greetje Bos – voormalig wethouder in de gemeente Breda – heeft in de afgelopen periode onderzocht wat er nodig is om het RES-bod daadwerkelijk te kunnen realiseren. In het rapport ‘Bouwen aan de brug, terwijl we er overheen lopen – Randvoorwaarden om de afspraken uit het RES-bod met elkaar te verzilveren’ schetst Bos 5 uitdagingen en randvoorwaarden voor het realiseren van het bod dat de 30 energieregio’s in de RES’en hebben gedaan.
Exta inzetten
Om de klimaatdoelstelling te halen en voor iedereen genoeg duurzame elektriciteit te produceren, moet Nederland volgens Bos op alle fronten extra inzetten. ‘Extra energiebesparing, extra opwek uit windturbines op zee, meer opwek uit zon en wind op land en de verdere ontwikkeling en inzet van nieuwe technieken. Met het RES-bod dat de ondergrens van 35 terawattuur uit het klimaatakkoord overschrijdt (red. het bod van de energieregio’s bedraagt zo’n 55 terawattuur), hebben we de mogelijkheden voor extra opwek op land in beeld. Aangezien dit democratisch gelegitimeerde afspraken betreft, is een nieuwe landelijke doelstelling niet nodig. Het betekent wel dat gezamenlijk de schouders eronder moeten om het RES-bod om te zetten naar realiteit. Het realiseren van het RES-bod is echter niet zonder uitdagingen.’
Bos heeft met bestuurders en vertegenwoordigers van overheden, koepels, maatschappelijke organisaties en netbeheerders gesproken om hun ideeën, zorgen en wensen op te halen over hoe het RES-bod verzilverd kan worden. Daarnaast heeft ze de randvoorwaarden verdiept in 5 werksessies met vertegenwoordigers van de partijen die een rol hebben in de randvoorwaarden.
Netcongestie: nieuw perspectief
Bos heeft in haar rapport uiteindelijk 5 uitdagingen en bijbehorende randvoorwaarden geformuleerd. De eerste is netcongestie oplossen vanuit een nieuw perspectief op het toekomstige energiesysteem. ‘Het is onzeker of er genoeg netcapaciteit is om meer dan de 35 terawattuur uit het Klimaatakkoord aan te sluiten voor 2030’, aldus Bos. ‘Het aansluiten van 35 terawattuur is al een hele uitdaging. Een nieuwe kijk op ons energiesysteem is een belangrijke randvoorwaarde voor het oplossen van deze uitdaging. Geen systeem meer dat 24/7 transport garandeert van de locatie waar elektriciteit wordt opgewekt naar de locatie waar het gevraagd wordt. Maar een veel lokaler, intelligenter en flexibeler systeem waarin we sturen op en kiezen voor locaties en vormen van opwek die het net zo min mogelijk belasten, we lokale onafhankelijke energiesystemen stimuleren en tijdig voldoende ruimte reserveren door het programmeren van ruimtelijke ontwikkelingen inclusief elektriciteit en de benodigde infrastructuur en het prioriteren van uitbreidingen op de korte termijn, gebruik makend van de kennis van RES-regio’s en netbeheerders.’
Bestuurders toerusten
De tweede uitdaging en randvoorwaarde is (nieuwe) volksvertegenwoordigers en bestuurders toerusten op uitvoering van het RES-bod. ‘Onbekendheid met de opgave – het idee dat we er al zijn met 35 terawattuur opwek op land – en onbekendheid met het RES-proces en status van het RES-bod dragen bij aan deze terugtrekkende beweging’, stelt Bos. ‘Dit betekent dat we nieuwe bestuurders en volksvertegenwoordigers mee moeten nemen in het proces dat in de vorige bestuursperiode aan het RES-bod vooraf is gegaan en elkaar aanspreken op en naleven van het RES-bod. Bovendien vraagt dit om een duidelijke boodschap van het Rijk.
Begrip creëren
Ten derde moet de acceptatie van zon en wind op land vergroot worden door begrip te creëren voor de opgave en lusten en lasten eerlijk te verdelen. ‘Zorgen over de impact van duurzame opwek op land beperken de acceptatie’, concludeert Bos. ‘Acceptatie begint met het begrijpen van de opgave en het waarom van de opgave specifiek op land. Dit vraagt om een eerlijk, begrijpelijk en consistent verhaal. Een verhaal van de gezamenlijke overheden waarin we uitleggen waarom we doen wat we doen en wat dat betekent voor inwoners. Een terugkerende boodschap die losstaat van politieke ontwikkelingen. Vervolgens moeten de concrete acties die de opgave helpen oplossen, eerlijk en rechtvaardig zijn. Dit vraagt om een eerlijke verdeling van lasten en lusten, zowel in het proces van planvorming als richting de uitvoering. Omwonenden en betrokkenen moeten volledig en eerlijk geïnformeerd. Ruimte voor lokaal eigendom en er moet fatsoenlijke compensatie zijn voor degenen die rechtstreeks schade lijden.’
Langetermijnsturingsmechanismen
Verder pleit Bos voor de inzet van langetermijnsturingsmechanismen die ook investeringsbereidheid meebrengen. ‘Er zijn zorgen over de toekomst van de SDE++. De onduidelijkheid over de cap die door het Rijk is gezet op projecten die boven de afgesproken 35 terawattuur gaan en daarmee het mogelijk einde van dit instrument, tast investeringszekerheid aan. Een randvoorwaarde voor het realiseren van meer dan 35 terawattuur is duidelijkheid over de toekomst van het instrumentarium voor duurzame opwek op land. Een instrument dat investeringszekerheid biedt en tegelijkertijd de overheid de mogelijkheid biedt om te blijven sturen op de energietransitie.’
Ruimtelijke inpassing
Tot slot pleit Bos voor integrale samenwerking voor een goede en versnelde ruimtelijke inpassing: ‘De huidige sectorale en individuele aanpak belemmert een goede ruimtelijke inpassing en tijdige realisatie van het RES-bod. Deze aanpak leidt tot langere doorlooptijden. Het gebrek aan capaciteit maakt deze uitdaging alleen maar groter. De financiële tegemoetkoming voor decentrale overheden lost deze uitdaging maar deels op. Er is noodzaak tot een brede en continue samenwerking tussen alle betrokken partijen om tot goede besluitvorming in het juiste tempo te komen. Samenwerking die een integrale blik op de ruimte mogelijk maakt met energie als verbinder tussen opgaven en versneller ervan.’