Met het op te richten energiebedrijf wil hij de warmtetransitie versnellen. “Meer dan een kwart van de stad is geschikt voor warmtenetten,” aldus Kapteijns.
Binnenkort verschijnt de voortgangsrapportage, dan wordt duidelijk hoe we er als regio voor staan? Kun je een tipje van de sluier oplichten: hoe staat de energietransitie er van gemeente Den Haag voor?
“Den Haag is een stad met stevige ambities. We willen in 2030 klimaatneutraal zijn. Die ambitie hebben we vorig jaar nogmaals benadrukt met de nieuwe coalitie. We beseffen dat de 2030 er heel snel aankomt. In dat opzicht is het ook geen doelstelling, maar een ambitie die ons allemaal vraagt om de komende jaren grote stappen te zetten.
Warmtenetten spelen daarin een belangrijke rol. Ze zijn de meest efficiënte en betaalbare manier om woningen in dichtbebouwde gebieden te verduurzamen. Maar op dit moment ontbreekt er nog wetgeving en financiering om deze collectieve warmteoplossingen echt breed uit te rollen. Dit zorgt ervoor dat projecten stagneren en dat huishoudens voorlopig afhankelijk blijven van individuele oplossingen zoals warmtepompen, wat de druk op het elektriciteitsnet alleen maar verder vergroot.
In Den Haag zetten we vol in op de energietransitie. De hoge gasprijzen van de afgelopen jaren hebben de noodzaak om CO₂-uitstoot te verminderen extra benadrukt. We richten ons daarom ook sterk op isolatie, zodat inwoners minder energie verbruiken en kosten besparen. Ik vind het belangrijk dat we dit doen met oog voor energierechtvaardigheid. Er zijn honderden energiecoaches actief in de stad en we werken aan diverse projecten, van kleine tot grotere initiatieven. Daarnaast verduurzamen we ons eigen vastgoed.”
Wat is voor de komende vijf jaar je grootste opgave?
"We hebben een breed scala aan opgaven, zoals de oprichting van een publiek energiebedrijf. Dit bedrijf moet de aanjager worden voor de aanleg van warmtenetten. Ruim een kwart van de stad is geschikt voor warmtenetten, wat neerkomt op ruim 67.000 aansluitingen. Natuurlijk moeten we eerst enkele projecten realiseren voordat we verder kunnen. En dat is geen eenvoudige opgave.
Haagse wethouder Arjen Kapteijns
Zonder een stabiele financiële basis en de juiste randvoorwaarden die door de Tweede Kamer en het kabinet geregeld moeten worden, blijft de businesscase voor warmtenetten onzeker. De aanlegkosten worden nu nog grotendeels afgewenteld op de gebruikers, wat het voor veel mensen onbetaalbaar maakt. We pleiten daarom voor een eerlijke verdeling van de kosten en een duidelijk wettelijk kader dat gemeenten de regie geeft.
Een van de grootste struikelblokken hierbij is dat duurzame warmtebronnen voorrang moeten krijgen op het elektriciteitsnet. Zonder deze prioriteit blijven warmtenetten afhankelijk van fossiele bronnen, terwijl geothermie en aquathermie de verduurzaming echt vooruit kunnen helpen."
Hoe staat het met draagvlak voor de transitie onder Hagenaars en de Hagenezen? Wordt de urgentie gevoeld?
“Dat wisselt, maar over het algemeen is er veel draagvlak voor de energietransitie. Twee op de drie inwoners van onze stad erkent en ondersteunt dit, en is ook bereid zelf stappen te zetten.
De energietransitie vraagt iets van iedereen – ook van mensen in een kwetsbare positie. Daarom maken we regelingen extra toegankelijk, bijvoorbeeld via de Ooievaarspas: daarmee daalt de eigen bijdrage vaak naar 10 à 20%. Een voorbeeld is de actie ‘Behaaglijker Wonen’, samen met woningcorporaties. We bieden gratis energiebesparende producten aan huis. Dit jaar willen we 15.000 mensen bereiken. Onze teams signaleren ook andere hulpvragen en kunnen direct doorverwijzen. Het gaat dus om méér dan energie – het is brede ondersteuning in de wijk.
Als het gaat om warmtenetten zien we dat er soms terughoudendheid is bij bewoners. Dat komt deels door onbekendheid en deels doordat mensen zorgen hebben over de kosten en leveringszekerheid. Daarom is het zo belangrijk dat we als gemeente helder maken wat de voordelen zijn: een warmtenet is niet alleen duurzamer, maar ook stabieler en uiteindelijk goedkoper dan individuele oplossingen zoals elektrische warmtepompen.”
Dat gaat dus verder dan het plaatsen van een tochtstrip?
“Klopt. Als mensen merken dat zo’n tochtstrip echt gratis is, dat ze vriendelijk worden geholpen, en dat het direct al iets scheelt op de energierekening, dan draagt dat bij aan het vertrouwen. En dat vertrouwen… ja, dat is toch iets wat we als overheid bij veel mensen zijn kwijtgeraakt.
Dit wantrouwen speelt ook een rol bij grotere projecten, zoals de aanleg van warmtenetten. Daarom zetten we vol in op heldere communicatie en participatie. We willen dat bewoners zien en begrijpen dat een warmtenet geen onzekere of dure optie hoeft te zijn maar juist een betrouwbare en duurzame keuze voor de lange termijn.
Om die reden organiseren we bijvoorbeeld informatieavonden en zetten we energiecoaches in die bewoners één-op-één begeleiden. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze zeggenschap hebben over de keuzes die worden gemaakt, en dat ze niet worden overgeleverd aan een systeem waar ze geen controle over hebben.
Uiteindelijk draait het om méér dan technische oplossingen. We moeten zorgen dat mensen zich gesteund voelen en zien dat verduurzaming niet iets is dat hen overkomt, maar iets waar ze actief van kunnen profiteren.”
Zit daar de sleutel van jullie succes?
“Het lukt ons steeds beter om groepen mensen te bereiken die voorheen lastig te bereiken waren. Dat doen we onder andere via Duurzaam Den Haag. Zij krijgen van ons ook de opdracht om juist actief te zijn in wijken die onder “het gemiddelde” scoren, bijvoorbeeld door daar te helpen bij het opzetten van een energiecoöperatie. In die wijken werken we nu aan meerdere zonnedaken, waarbij we financieringsmodellen toepassen die het mogelijk maken dat echt iedereen mee kan doen. Uit zulke projecten ontstaan vaak weer nieuwe gemeenschappen, die met de opbrengsten andere duurzaamheidsinitiatieven kunnen starten. Zo begint het vliegwiel langzaam te draaien. En dat gaat van dit soort collectieve projecten tot heel concrete stappen, zoals het daadwerkelijk van het gas afhalen van gebouwen.”
Wat moet de volgende stap zijn om in 2030 te kunnen zeggen dat we een heel groot deel van onze ambitie geklaard hebben?
“Als het gaat om de warmtetransitie, dan is het echt belangrijk dat er snel stappen worden gezet. Er moet duidelijkheid komen over de publieke route en dat moet stevig worden verankerd in wetgeving. Tegelijkertijd is het cruciaal dat er snel zicht komt op hoe de businesscase eruitziet. De landelijke overheid moet nu handelen: we hebben snelle wetgeving, voldoende middelen en een eerlijke verdeling van kosten nodig. De tijd van praten is voorbij, we moeten echt werk maken van een duurzame toekomst.
Hoe zit het met het toenemende probleem van netcongestie?
“De netcongestie is vooral het gevolg van het feit dat we in het verleden hebben onderschat hoe snel de energietransitie zou gaan. We moeten dus echt een inhaalslag maken – en volgens mij zijn we daar inmiddels ook mee bezig.
Ook daarvoor zijn warmtenetten van groot belang. Als we die kans laten liggen, dan zijn er miljarden extra nodig om netcongestie op te lossen. Want als iedereen overstapt op oplossingen zoals individuele warmtepompen, dan komt er nóg meer druk op het elektriciteitsnet.
Als we niks doen gaan we als gemeente de gevolgen van netcongestie in meerdere projecten ervaren. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven en instellingen die geen nieuwe aansluiting kunnen krijgen, en de woningbouw die vertraging oploopt. Dit is een direct gevolg van de volle elektriciteitsnetten. Daarom willen we in Den Haag de druk op het net verlichten door warmtenetten en andere collectieve oplossingen aan te bieden.
Op 11 maart vernietigde het College van Beroep voor het bedrijfsleven het maatschappelijk prioriteringskader van de ACM. Hoe moet de ACM het prioriteringskader aanpassen?
“We moeten dit op een slimme manier aanpakken. Geef projecten die bijdragen aan het verminderen van netcongestie voorrang bij netaansluitingen, in plaats van ze achteraan de wachtlijst te zetten. Dit geldt bijvoorbeeld voor grotere warmtebronnen die als grootverbruiker een aansluiting nodig hebben, of onderdelen van warmtenetten die deels afhankelijk zijn van duurzame elektriciteit, zoals zonne-energie. Gelukkig ligt die discussie nu open en dat was ook echt nodig.
Trek je het breder, dan zie je ook dat bijvoorbeeld openbaarvervoerbedrijven betrokken zijn bij de recente rechtszaak, juist omdat zij ook achteraan in de rij kwamen. Terwijl de energietransitie óók over mobiliteit gaat.
Het is dus belangrijk om goed na te denken: welke ontwikkelingen dragen echt bij aan de toekomst die we willen? Juist díe moeten de ruimte krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Het gaat uiteindelijk om een slimme en eerlijke verdeling van de schaarste.
Als we dat goed aanpakken, dan kan dit alles echt gaan bijdragen aan een toekomstbestendige betaalbare energievoorziening.”